In het algemeen wordt gesteld dat: hoe eerder er kan worden begonnen met de aanpak van de RSI-klachten, hoe beter de mogelijkheden tot herstel zijn. Hoewel de ernst van de klachten niets zegt over het verloop, geldt zowel voor lichte als ernstigere RSI- klachten dat het merendeel na verloop van tijd goede verbeteringen bereikt in de richting van het herstel. Experts pleiten reeds jaren voor meer onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen. Uit ervaring blijkt dat de meest idelae vorm van behandelen een brede aanpak is. Om deze reden wordt een integrale benadering aanbevolen. Een goede oplossing is dus meer dan alleen maar focussen op een houdingstherapie en een betere bureaustoel.
RSI wordt veroorzaakt door een mix van risicofactoren. Gezien de grote diversiteit van de factoren ligt het voor de hand te liggen dat de aanpak van de RSI-klachten zich moet richten op alle aspecten die een rol spelen bij het ontstaan van de klachten. Natuurlijk moet een goede behandeling gebaseerd zijn op een diagnose. Naast een beschrijving van de voorgeschiedenis en de klachten, en het uitsluiten van overige aandoeningen, moet deskundig fysiek onderzoek plaatsvinden. Daarna kan de diagnose naar specifieke RSI-aandoeningen en aspecifieke RSI onderscheiden worden. Voor bepaalde behandelbare aandoeningen, zoals het Carpaal Tunnel Syndroom, kan men bijvoorbeeld door worden verwezen naar een medisch specialist.
Voor alle vormen van RSI-klachten geldt echter de meest gangbare aanpak: een brede aanpak met een mix van gedoseerde rust en gepaste beweging, fysiotherapie, houdingstherapie en eventueel nog één of meerdere andere ondersteunende behandelingen.