
Een prostaat is een klier die opgebouwd is uit klierbuisjes omgeven door spier- en bindweefsel. Deze klierbuisjes produceren prostaatvocht dat bij een zaadlozing met de zaadcellen meekomt. De prostaat (die de vorm en grootte heeft van een kastanje) ligt rondom de urinebuis, onder de blaas en voor de endeldarm.
Na het 30ste levensjaar wordt de prostaat bij de meeste mannen geleidelijk groter, hetgeen waarschijnlijk veroorzaakt wordt door de langdurige inwerking van het mannelijke geslachts-hormoon (testosteron) op het prostaatweefsel. Deze vergroting kan tot goedaardige maar ook tot kwaadaardige prostaatafwijkingen leiden. Voorbeeld van een goedaardige afwijking is een abnormale prostaatvergroting (hyperplasie). Die abnormale groei wordt veroorzaakt door een toename van bindweefsel, spierweefsel en klierbuisjes. Prostaatkanker is een kwaadaardige afwijking, die aanvankelijk geen pijn geeft doch bij uitbreiding van de ziekte en uitzaaiingen pijn kan veroorzaken, bijvoorbeeld door metastasen in de botten.
Het is niet gemakkelijk aan te geven of en wanneer een prostaatkankerpatiënt echt genezen is, omdat ook na curatieve behandeling de ziekte terug kan komen. Het risico op terugkeer is echter kleiner naarmate de periode waarin de ziekte afwezig of niet aantoonbaar is langer duurt. Prostaatkanker kan langere tijd tot staan worden gebracht, al is de lengte van deze periode (soms maanden, soms ook jaren) vooral afhankelijk van hoe uitgebreid de ziekte bij vaststelling was. Het overlevingspercentage hangt vooral af van het ziektestadium bij ontdekking en loopt sterk uiteen met een 5jaars-overlevingskans van circa 80%. Echter dit percentage ligt lager wanneer er uitzaaiingen waren op het moment van vaststelling van de ziekte.