De nieren bestaan uit kleine deeltjes die men nefronen noemt. Deze nefronen bestaan uit bestaan uit nierfilters en nierbuisjes, zij filteren het bloed dat in de nieren komt. De schadelijke stoffen worden bij dit filteren verwijdert en verlaten in de vorm van urine het lichaam. Alle goede stoffen worden door de bloedvaten verder vervoert door het lichaam. De nieren zijn de afvalverwerkers van ons lichaam. De nieren zijn ongeveer tien tot dertien centimeter lang en hebben de vorm van een boon. De mens heeft twee nieren die elk 150 gram wegen. De nieren liggen aan de achterkant in een vetkussentje, aan elke kant van de wervelkolom een, onder de ribben.
Soms zijn er aangeboren afwijkingen. Nieren kunnen aan elkaar vastzitten of gesplitst zijn. Ook kunnen de nieren allebei aan een kant van het lichaam liggen. Ook meerdere urineleiders kunnen voorkomen. Deze anatomische afwijkingen geven in de meeste gevallen geen problemen en er hoeft ook niets aan gedaan te worden. Operatief wordt er ingegrepen als door de afwijking problemen ontstaan die de functies van de nier of nieren in gevaar brengen zoals de afvoer van afvalstoffen of een goede bloeddoorstroming.
In sommige gevallen zijn de problemen zo groot dat het functioneren van de nieren overgenomen moet worden door een kunstnier. Bij dit kunstmatige functioneren wordt op den duur meestal gekozen voor een niertransplantatie. Bij transplantatie wordt als dat mogelijk is het liefst gebruik gemaakt van de nier van een eerstegraads familielid om afstoten zoveel mogelijk te voorkomen.