Hyperventilatie kan een ingewikkeld probleem zijn, waarbij dikwijls diverse invalshoeken moeten worden gebruikt om er wat aan te doen. Het doel van de therapie is om de patiënt te begeleiden bij de zoektocht naar de oorzaak van de gespannen adembeweging. Bij hyperventilatie is de oorzaak vaak stress.
Het evenwicht tussen belasting en belastbaarheid moet worden rechtgezet: problemen en zo nodig opgelost worden. Klachten treden vaak pas op als men zich niet meer kan aanpassen aan een verstoring van deze balans. Maar weinig mensen kunnen op een bepaald moment zelf signaleren dat de balans is verstoord en zelf te bepalen wat hiervan de oorzaak is.
Diverse ontspanningsoefeningen kunnen helpen de stresstoestand te verlichten. Het leren herkennen van fysieke spanningen is het begin tot het aanleren van mogelijkheden om war te doen aan deze spanningen. Waardoor zullen de (romp)spieren kortere tijd gespannen blijven. Men krijgt tevens weer controle over het eigen lichaam.
Lichaamsbewustwording is belangrijk binnen de behandeling van hyperventilatie. Voor een oefening wordt de ademhaling, zonder bewuste sturing, geobserveerd en gevoeld. Men kijkt naar tempo en de plaats waar de meeste beweging gevoeld wordt, maar met name naar de mate waarin de ademhaling moeiteloos gaat en goed aanvoelt of juist niet. Na afloop van een oefening wordt de eveneens ademhaling gevoeld, om het verschil te voelen en vertrouwd te raken met een ontspannen, rustige en lage ademhaling.
Ademtherapie is het door oefeningen en handvatten herstellen van de natuurlijke manier van ademhalen, waarbij het loslaten van nadelige gewoonten het voornaamste einddoel is.