Of je voor huursubsidie in aanmerking komt kun je als je wat handig met cijfers bent zelf berekenen. Naast de hoogte van het inkomen en de huur spelen nog andere belangrijke factoren mee in de toewijzing voor huursubsidie. Vraag je als alleenstaande huursubsidie aan, ben je samenwonend met elk een eigen inkomen, heb je een toeslagpartner of zijn er kosten die bij het toetsingsinkomen in mindering mogen worden gebracht. Het toetsingsinkomen kun je vinden op je aangifteformulier van de inkomstenbelasting. Bij de huur wordt uitgegaan van de kale huurprijs dus zonder eventuele servicekosten en dergelijke.
Andere toeslagen zoals deze voor de zorg of kindertoeslag hoeven niet meeberekend te worden bij het inkomen. Rekeningen die men heeft moeten betalen zoals bijvoorbeeld kinderopvang kunnen van het inkomen afgehaald worden mits men hier niet al een vergoeding voor ontvangen heeft, in dit geval wordt het ontvangen gedeelte in mindering gebracht. Ook al ben je niet getrouwd of woon je niet officieel samen dan kun je toch een toeslagpartner hebben. Een toeslagpartner is iemand die ook belastingplichtig is en waarmee je meer dan zes maanden op hetzelfde adres woont. Dit geldt ook voor inwonende kinderen vanaf drie en twintig jaar. Vanaf dat moment word je kind door de belasting gezien als voordeurdeler en worden de inkomens bij elkaar opgeteld.
Uitzonderingssituaties zijn afkoopsommen, nabetalingen uit vorige belasting periodes en erkende onkosten. Op de pagina van de belastingdienst vind men hierover meer informatie. Ben je niet zeker op je recht van huursubsidie na de berekening of vind je zelf een berekening maken moeilijk en kun je niemand vinden die je kan helpen stuur dan altijd een aanvraag in. Nee heb je, ja kun je krijgen. Overigens kun je ook op het belastingkantoor hulp krijgen van een ervaren belastingconsulent bij de berekening voor eventuele huursubsidie.