Afhankelijk van de mate waarin de klep aangetast is kan men klachten krijgen die variëren van kortademigheid, pijn op de borst, een onregelmatige hartslag, vermoeidheid en duizeligheid bij inspanning. Vaak zijn er helemaal geen klachten te ervaren. Afwijkingen aan de kleppen die niet voor klachten zorgen of waarvan men geen ernstige gevolgen verwacht hoeven vaak niet behandeld te worden. Regelmatig een controle laten uitvoeren is dan van groot belang.
De oorzaken van lekkende hartkleppen kunnen divers zijn:
- De klepbladen kunnen als aangeboren afwijking onderling vergroeid zijn, of niet van het juiste formaat zijn. Afwijkingen kunnen eveneens ontstaan door ziekte of ouderdom.
- Acuut reuma en bacteriële infecties kunnen littekens achterlaten op de hartklep. De delen van de klep kunnen aan elkaar gaan plakken, vernauwd raken of gaan lekken.
- Door ouderdom kunnen hartkleppen verkalken (sclerose).
Hierdoor verdwijnt de flexibiliteit en worden deze hard en stug.
Om lekkende hartkleppen te kunnen behandelen kan men:
- Medicatie gebruiken: bij afwijkingen van de kleppen die niet ernstig zijn en waarbij sprake is van milde klachten kan medicatie ervoor zorgen dat het hart minder hard hoeft te werken. Meestal geeft men eveneens antistollingsmiddelen om het ontstaan van bloedpropjes te voorkomen.
- Door middel van hartkatheterisatie kan met behulp van een ballon (ballondilatatie) de vernauwing opgerekt worden.
- Bij een ernstige aandoening aan de klep en/of op het moment dat de hartfunctie achteruitgaat dan kan opereren een oplossing zijn. Er kan dan een nieuwe klep worden geplaatst of de bestaande klep kan worden hersteld.