Bij een doorstromer (ook wel een geiser geheten) wordt water op temperatuur gebracht zodra men de kraan open draait. Daarvoor komt een conventionele gasgeiser in aanmerking, maar eveneens verschillende combinatie CV ketels maken van dit doorstroomprincipe gebruik. Wordt er water afgetapt, dan warmt de CV ketel het koude water op. Het voordeel van een dergelijk systeem is dat er niet meer water op wordt gewarmd dan daadwerkelijk nodig is op dat moment en dat er vrijwel geen stilstandsverliezen zijn van het water dat stand by staat. Het totale rendement is in de meeste gevallen iets hoger ondanks het lagere productierendement dan bij het gebruik van een boiler. Het piek debiet van een geiser is dikwijls geringer en men kan geen twee kranen tegelijk gebruiken.
Bij een gering warm water verbruik kan een kleiner model doorstroomtoestel voor veel doeleinden voordelig zijn door de lagere installatiekosten en de beperkte ruimte die ervoor nodig is. Bovendien is slechts één stopcontact is in de meeste gevallen voldoende op het toestel in werking te kunnen stellen.
Er zijn diverse modellen welke worden aangeduid naar de taak van het warme water. Zo heeft bijvoorbeeld een doorstromer in een keuken een kleine capaciteit die genoeg is om warm water te maken voor de afwas, voor het koken en schoonmaakdoeleinden. Verder kan een dergelijke doorstromer in worden gezet voor het verwarmen van douchewater. Een badgeiser heeft daarentegen een grotere capaciteit, genoeg om in een korte tijd een grote hoeveelheid water te verwarmen voor het vullen van een bad.