Darmkanker (coloncarcinoom of rectumcolontumor) is een langzaam groeiende tumor, met late symptomen. In de regel begint darmkanker als een op een poliep lijkend, in de darmwand genesteld, jarenlang doorgroeiend gezwel. Darmkanker kan zowel voorkomen aan het begin van de dikke darm (bij de blindedarm), in de rest van de dikke darm (de colon) of aan het einde van de darm (de endeldarm, binnen de anus). Deze vorm van kanker ontstaat meestal na het 50ste maar vooral tussen het 60-75ste levensjaar. Endeldarmkanker komt meer bij mannen, dikke darmkanker meer bij vrouwen voor.
Een groeiende dikke darmtumor woekert door de verschillende lagen van de darmwand heen en vergroot daardoor het risico op losrakende en zich via bloedbaan en lymfeklieren verspreidende tumorcellen. Uitzaaiing vindt als eerste plaats naar de galwegen en de lever. In een vroeg stadium ontdekt is deze kankervorm echter een van de best behandelbare tumoren, waarvoor geldt dat hoe eerder de kanker wordt vastgesteld des te groter de kans is op volledige genezing.
Wanneer een kwaadaardige tumor ontstaat in de dikke darm en wel in de laatste 15cm vanaf de anus, heet het endeldarmkanker. Wanneer vanuit de dunne darm de waterige brijachtige ontlasting in de dikke darm komt zal deze, geleidelijk door de dikke darm opschuivend, steeds meer worden ingedikt. In het rectum (endeldarm) wordt de ontlasting tijdelijk opgeslagen, totdat deze vol is en de hersenen het aandrangsignaal tot ontlasting afgeven. Kankergezwellen in dit laatste deel van de dikke darm geven als gevolg van de ingedikte ontlasting eerder aanleiding tot klachten.