Sydney, de stad in het zuidoosten van Australië, kent een subtropisch klimaat met in september, de eerste lentemaand veel zon en aangename temperaturen. In oktober is het reeds flink warmer en minder aangenaam. Elke dag mag op gemiddeld op zeven uur zon gerekend worden waarbij het in de middag 20 graden Celsius is en ‘s nachts bedraagt de temperatuur minimaal 12 graden. Koud wordt het in Sydney dus niet maar zo nu en dan kan het in deze tijd van het jaar al wel meer dan 30 graden Celsius worden. De lucht is niet zo vochtig.
Vorst en hittegolven zijn aan de kust zo goed als uitgesloten. In het binnenland is de kans op vriezen of op temperaturen van ruim 37 graden Celsius aanzienlijk groter. De meest warme maand is januari, dat in Australië midden van de zomer valt. De gemiddelde temperatuur bedraagt dan 25 graden Celsius. Sydney heeft per jaar 240 dagen zon.
In de winter wordt het nooit extreem koud en maar zelden kouder dan 8 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur in juli, wat de koudste maand van het jaar is, is 16 graden Celsius. De laatste maal dat het in Sydney heeft gesneeuwd was rond 1830. In de winter kan men zelfs nog van tijd tot tijd op het terras zitten. In de wintermaanden valt wel het meeste neerslag en in het voorjaar het minste. Aangezien het in Sydney nooit erg heet of erg koud wordt is het een stad die men heel het jaar kan bezoeken.