In vroegere tijden werden aardingen op waterleidingen en gasleidingen aangebracht. Erg veilig was deze manier van aarden niet, en tegenwoordig is dit dan ook ten strengste verboden. Bij vernieuwingen van waterleidingen en bij de aanleg van waterleidingen in nieuwe huizen wordt nu een materiaal gebruikt dat niet meer geleidend werkt. Omdat het wel belangrijk is dat de elektrische toestellen in huis een goede aarding hebben wordt er tegenwoordig voor het veilig gebruik van aarding een aardingslus gelegd.
Tegenwoordig word bij alle nieuwbouwhuizen een aardverbinding aangelegd op minimaal zestig centimeter diepte. Deze aardverbinding wordt als een lus over de funderingssleuven rondom het huis gelegd, vandaar de naam aardingslus. De aardingslus moet op de funderingssleuven liggen als men begint met het storten van beton voor de fundering van het huis. De aardingslus en het beton komen zo niet met elkaar in contact. Het aanleggen van de aardingslus is een precies werk omdat hier de veiligheid vanaf hangt als we elektriciteit gebruiken. Zelf een aardingslus aanleggen is niet aan te raden, er kan snel iets mis gaan waardoor de veiligheid van de aarding niet meer gegarandeerd is. Laat de aanleg van de aardinglus altijd over aan een vakman.
Bij de aanleg van de aardingslus kan de vakman kiezen uit twee soorten, een aardingslus die bestaat uit samengevlochten koperdraden of een volle geleider. In de meeste gevallen wordt voor de volle geleider gekozen. Als de fundering is uitgehard kan men verder met het opbouwen van de muren waardoor de aardingslus veilig geïsoleerd tussen de muren en de fundering van het huis komt liggen. Vanaf dit punt kan men verder met de rest van de bouw en het aanleggen van veilige bekabeling en stroompunten. Door de geleider, ofwel aardingslus kunnen we veilig gebruik maken van aarding in ons huis.