Een traplift of een huislift worden in huis geïnstalleerd als een van de bewoners niet meer in staat is om naar de bovendieping te gaan. Afhankelijk van het inkomen moet men een traplift of huislift zelf, of gedeeltelijk betalen. Mensen met een minimum inkomen of daaronder krijgen een traplift of huislift geïnstalleerd via de gemeente. De beperking moet dan wel blijvend zijn. In sommige gemeenten heeft men een nieuw beleid ingevoerd in het kader van besparingen, daar krijgt men een installatie in huis alleen toegewezen als er geen aangepaste woningen te huur staan.
De grootste ingreep in huis is een huislift. De huislift wordt indien mogelijk naast de trap geplaatst. Het nadeel is de cabine die een tamelijke ruimte in beslag neemt. Een huislift wordt in de meeste gevallen geplaatst als de bewoner niet zonder rolstoel naar boven kan. Er zijn huisliften die een stop maken maar men kan ook kiezen voor meerdere stops als men meer verdiepingen heeft. Een huislift is duurder in aanschaf dan een traplift.
Bij een traplift wordt een rails aan de zijkant van de trap aangebracht. Daarop wordt een drager met stoelzitting bevestigd, de kleur van de stoel is meestal optioneel. In de meeste gevallen kan het zitgedeelte verschoven worden voor meer ruimte. De traplift wordt bediend met een knop op de leuning, tevens kan het zitgedeelte voor de op- en afstap draaien zodat dit altijd veilig kan gebeuren. Men kan kiezen voor aansluiting op het elektriciteitsnet of voor een herlaadbare batterij. Naast de knop op de leuning is er boven en beneden een wandpaneel waarmee de stoel bediend kan worden. De wandpanelen werken op gewone AA batterijen. Met een traplift heb je geen meerdere stops. Hoewel ook geen kleine investering zijn trapliften wel stukken goedkoper dan huisliften, bovendien zijn ze onderhoudsarm.