Een woekering van (uit normale borstcellen ontwikkelende) kwaadaardige cellen noemen we borstkanker. Er komen diverse soorten borstkanker voor: sommige bestaan evenals normale borstcellen uit een enkel celtype, andere vertonen een groot aantal verschillende celtypes met een even diverse verschijningsvorm als gedragswijze. Borstkanker is niet dodelijk zolang de kanker in de borst blijft. Eerst wanneer de tumor zich verspreidt naar andere delen van het lichaam kan deze kankervorm dodelijk worden.
Ontwikkelingscondities voor uitzaaiingen in het lichaam kunnen zijn: levensvatbaarheid van kankercellen na verspreiding vanaf de oorsprong tot aan lymfevat of ander lichaamsorgaan; het binnendringen van kankercellen in lymfevaten/bloedvaten; het nestelen op een bepaalde plaats in het lichaam en verdere vermenigvuldiging. Aantasting van de oksel-lymfeknopen tonen het vermogen van kankercellen om lymfevaten binnen te dringen en uit te zaaien. Komen andere uitzaaiingen voor dan toont dit het vermogen van de kankercellen aan om bloedvaten binnen te dringen. Verspreiding via het lymfestelsel verhoogt het risico op verspreiding via de bloedvaten. In het lichaam wordt lymfe aangemaakt (vocht als bloed maar zonder rode bloedcellen). Dit lymfevocht wordt via kanaaltjes vervoerd naar de lymfe-knopen, waar het wordt gefilterd en gezuiverd van schadelijke stoffen, waarna het weer terugkomt in de bloedsomloop.
Borstkanker heeft de neiging zich vooral uit te zaaien naar lymfknopen, longen, lever, hersenen en botten. Van de primaire borstkanker losgeraakte tumorcellen komen dikwijls in de lymfe terecht en worden meegevoerd naar de lymfeknopen, waar ze soms worden vernietigd, maar soms ook blijven leven, groeien en een of meer nieuwe tumoren vormen in de lymfknopen.