Bloedvaten in het lichaam kunnen zich om een aantal verschillende redenen gaan vernauwen. Een van de belangrijkste oorzaken is een verandering in de wand van de bloedvaten. Deze vaatwand is uit vier lagen opgebouwd en wanneer er een vernauwing optreedt betekent dit in de meeste gevallen dat de binnenste laag zich verdikt.
Hoewel men in de volksmond dan vaak spreekt van aderverkalking is dit in feite onjuist. Het gaat hier immers om slagaders in plaats van aders en bovendien is er niet altijd sprake van kalkvorming in het bloedvat. De bloedvaten kunnen eveneens dichtslibben door een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed maar ook door het lijden aan diabetes (suikerziekte) of het vele roken. In een aantal gevallen spelen bij het vernauwen van de bloedvaten zelfs erfelijke aanleg een belangrijke rol.
Als gevolg van de verdikking van een bloedvat slibt dit, na verloop van tijd, langzaam dicht. Hierdoor zal de doorvoer van bloed steeds moeizamer plaats kunnen vinden waardoor het hart steeds harder moet werken. Bovendien kan er in een vernauwd bloedvat zogenaamde turbulentie op gaan treden. Het bloed gaat dan op een soortgelijke manier wervelen als een stromend beekje doet op het moment dat er een stenen in worden gelegd.
Het bloed heeft in een dergelijke situatie de neiging om te gaan stollen en deze stolsels kunnen door de bloedstroom worden meegenomen en zo problemen veroorzaken in organen en ledenmaten van het lichaam. Er kunnen zelfs bloedvaten helemaal afgesloten worden waardoor onder andere hart- of herseninfarcten en longembolie kunnen optreden.