Bij een staatsbon spreekt men in principe van een obligatielening. In België is de staatsbon bedoeld voor verenigingen die werken zonder winstbejag en voor particulieren. De bedoeling achter de staatsbon is het voorlopig vullen van de staatskas waardoor het nationaal tekort kleiner wordt. België verstrekt vier maal per jaar deze staatsbonnen.
Uitaard ontvangt men voor deze “lening aan de staat” wel rendement. De hoogte van de rente die men ontvangt is afhankelijk aan de inleg. De staatsbonnen zijn beursgenoteerd waardoor de rente kan oplopen. De minimale rente is ongeveer drie procent, deze rentevoet ligt gedurende de hele beleggingstijd vast. Als men de beleggingstijd volmaakt dan biedt men aan het eind van de looptijd kapitaalbescherming, u krijgt dus altijd uitbetaald.
Het belegde geld in de staatsbon staat niet vast, als u dit nodig heeft mag u geld afhalen. Ook mag men vier maal per jaar storten. Er zijn verschillende staatsbonnen beschikbaar met verschillende looptijden waarvan de langste vijf jaar is met een mogelijkheid van verlenging tot 7 jaar. Men kan staatsbonnen kopen op naam en aan toonder. De staatsbon is niet gebonden aan valuta, men mag als men dit wil ook een andere munteenheid gebruiken, of dat de slimste weg is, is wel de vraag de zekerheid van het te ontvangen eindbedrag kan door de wisselkoers zowel positief als negatief beïnvloed worden. De Belgische staatsbon is het best te vergelijken met de Nederlandse staatsobligatie. Door het gebruik van de staatsbon is men zeker van een veilige belegging met een gegarandeerde rentevoet.