Een kind dat geadopteerd is wordt in de volksmond vaak een aangenomen kind genoemd. Dit wil zeggen dat de ouders door wie het op wordt gevoed niet de biologische ouders zijn. In een aantal gevallen is het aangenomen kind een familielid waarvan de ouders niet in staat zijn om voor het kind te zorgen of waarvan de ouders zijn overleden.
De adoptieouders hebben de volledige rechten en plichten ten aanzien van de verzorging en de opvoeding van het kind welke ook biologische ouders hebben die wel zelf hun kind opvoeden. Is het kind geen nakomeling van een familielid dan bestaat er nog de mogelijkheid dat het een wees of een afgestaan kind betreft uit het eigen land danwel uit het buitenland.
In een aantal gevallen is het aangenomen kind niet op de hoogte van de adoptie en komt er soms pas op latere leeftijd achter dat zijn of haar ouders eigenlijk niet de biologische ouders waren. De overige kinderen weten vaak wel dat aangenomen zijn en waar ze werkelijk vandaan komen. Zeker wanneer het een aangenomen kind betreft dat een andere huidskleur heeft dan zijn of haar adoptiefouders dan is het haast onmogelijk om de adoptie verborgen te houden.
Sommige kinderen die zijn aangenomen hebben hier moeite mee en krijgen vroeg of laat te maken met psychische problemen. Deze klachten kunnen veroorzaakt worden door gevoelens van verlatenheid of een minderwaardig gevoel ten aanzien van anderen omdat ze zijn afgestaan. Andere aangenomen kinderen willen meer van hun afkomst te weten komen.