Een andere benaming voor de ziekte van Pfeiffer is klierkoorts oftewel mononucleosis infectiosa. In het Engels spreekt men van de kissing disease (kusziekte). Het is een virale infectie door het Epstein-Barrvirus (EBV), een herpesvirus. De ziekte is in het jaar 1889 ontdekt door Emil Pfeiffer.Dit verklaart dan ook één van de namen van de ziekte: Er bestaat overigens geen behandeling tegen de ziekte van Pfeiffer. De besmetting gebeurt waarschijnlijk dikwijls door middel van het speeksel maar door de lange incubatietijd is dit nauwelijks te bewijzen.
Deze ziekte treedt vaak op bij kleine kinderen en bij jonge volwassenen. In het eerste geval blijven de symptomen vaag en wordt de diagnose dikwijls niet eens gesteld. De helft van de kinderen heeft de ziekte voor het vijfde levensjaar reeds doorgemaakt. Van de volwassenen heeft tachtig procent antistoffen, wat wil zeggen dat de meeste mensen de infectie in de loop van hun leven door hebben gemaakt. De meeste mensen weten dit niet overigens niet eens en hebben de ziekte vrijwel niet opgemerkt en als een keelpijntje of een griepje afgedaan.
De volgende symptomen komen bijna altijd voor bij de ziekte van Pfeiffer: de lymfeklieren zijn gezwollen, men is vermoeid en men heeft te maken met een ontsteking van de keel. Verder kunnen symptomen als een vergrote lever, een gezwollen milt, geelzucht, huiduitslag, koorts, hoest, oedeem (met name rond de ogen), verlies van de eetlust en een drukkende pijn in de borst gepaard gaan met de ziekte, maar dit is niet in alle gevallen zo.