Warmtepompen bestaan er in een aantal systemen. Welk systeem men kiest hangt af een aantal factoren. De meest warmtepompen zijn de exemplaren die een warmte-uitwisseling hebben tussen lucht en lucht, lucht en water, of tussen water en water.
Deze laatste warmtepompen hebben een aantal manieren om warmte te winnen uit water. Zo kan water worden opgepompt uit oppervlaktewater. Voorwaarde is dan dat het te verwarmen vertrek niet te ver van dit water is verwijderd omdat er anders te veel warmte verloren gaat. Het rendement van zo’n warmtepomp is dikwijls relatief hoog omdat oppervlaktewater dikwijls niet helemaal dichtvriest waardoor de watertemperatuur niet lager wordt dan ongeveer vier graden Celsius wordt.
Een overige manier om warmte uit water te winnen met een warmtepomp is door twee putten in de bodem te boren. De eerste wordt benut om grondwater uit op te pompen waaruit de warmte wordt gewonnen en de tweede dient om het koude water af te voeren. In België is het illegaal om water op het oppervlaktewater te lozen. Het rendement van dit systeem is relatief groot maar daarentegen is het erg duur.
Verder kan een horizontale- danwel een verticale grondwarmtewisselaar gebruikt worden. Respectievelijk wordt hiervoor een buizenstelsel onder de grond aangelegd of een gat geboord waarlangs warmte gewonnen wordt door er water door te laten lopen. Nadeel van zo’n systeem is dat er aan het einde van het stookseizoen een vermindering van het rendement kan ontstaan doordat de bodem uitgeput is. Bovendien is voor het horizontale systeem veel oppervlakte nodig.