Meestal krijgt men bij een tenniselleboog in de eerste instantie ontstekingremmers en pijnstillers voorgeschreven om het gebied rustig te krijgen. In sommige gevallen is dit voldoende om het probleem op te lossen omdat de ontsteking de oorzaak van de pijn was. Bij blijvende problemen zal de huisarts fysiotherapie voorschrijven. Als ook de therapie niet helpt kiezen sommige huisartsen voor een cortison injectie. Deze injecties hebben veel nadelen maar kunnen bij een beginnende tenniselleboog afdoende werken. Meestal wordt men doorverwezen naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Ook patiënten bij wie cortison niet helpt komen uiteindelijk in het ziekenhuis terecht.
Pas als niets anders helpt zal men operatief ingrijpen en proberen het probleem te verhelpen. In de meeste gevallen vinden voor een operatie verschillende onderzoeken plaats om zo goed mogelijk de oorzaak van de pijn te lokaliseren. Omdat een tenniselleboog vaak meerdere beschadigingen kent vindt er vaak een combinatie van ingrepen plaats.
Bij een operatie kunnen de botpunt verwijdert worden, evenals geïrriteerd kapsel en peesmateriaal ook kan het gewricht schoongemaakt worden. Soms kiest men voor behandeling aan de pees zoals een insnijding bij de aanhechting van de pees of het verleggen van de peesaanhechting. De laatste mogelijkheid is het vrijleggen van de zenuw. In principe zijn pijnklachten na de operatie verdwenen. Is dit niet het geval dan wordt het meestal een langdurige kwestie door verklevingen en een pees die verzwakt is. Veel patiënten hebben na de operatie een gevoelige elleboog, de gevoeligheid rond de elleboog verdwijnt na korte tijd.