Een open rug staat eveneens bekend onder de wetenschappelijke benaming spina bifida. Bij een open rug sluiten de ruggenwervels zich niet goed rondom het ruggenmerg. Bij ongeveer 4,5 op de 10 000 geboorten komt deze aangeboren afwijking voor. Wanneer de handicap eenmaal voorkomt in de familie, is het risico dat een kind met deze handicap geboren zal worden tien keer groter dan wanneer deze niet eerder zich heeft gemanifesteerd.
Er zijn twee vormen te onderscheiden: spina bifida occulta en spina bifida aperta. Spina bifida occulta ook wel verborgen spina bifida genoemd. Hierbij is de huid over het neuralebuisdefect heen gegroeid. Deze vorm komt slechts zelden voor waardoor deze dikwijls niet bij de geboorte ontdekt wordt. Op de intacte huid is soms wel een lichte afwijking te zien, zoals beharing of verkleuring welke abnormaal is dan wel een putje of een vetgezwel in het midden van de ruggengraat. Vaak worden er bij de geboorte geen aan een open rug gerelateerde afwijkingen ontdekt.
De meest voorkomende vorm is spina bifida aperta. Hierbij is dikwijls een uitpuilende vochtblaas op de rug te zien. Spina bifida aperta kent twee varianten, spina bifida aperta meningocèle en spina bifida aperta myelomeningocèle Iemand geboren met spina bifida aperta meninggocèle heeft een vochtblaas op de rug welke duidelijk zichtbaar is en waar enkel vocht in zit. Iemand geboren met spina bifida aperta myelomeningocèle heeft in de vochtblaas niet enkel vocht, maar eveneens ruggenmerg en zenuwen. Bij spina bifida aperta is de hoogte bepalend voor de mate van uitval.