Bijziendheid (myopie) is een oogafwijking waarbij een persoon objecten ver weg onscherp ziet maar wel dingen in zijn nabijheid scherp kan zien. Daarom gebruikt men ook de naam bijziendheid. Bijziendheid wordt veroorzaakt doordat de ooglens te sterk is voor de optische ooglengte. Een object met een vergentie van 0 zal in zo’n geval onscherp waar worden genomen worden. Met vergentie wordt het richten van de ogen dichtbij en veraf bedoeld. Als een object dichterbij komt zal de vergentie tot een negatief getal dalen; zodra een dergelijk getal aan de graad van ametropie gelijk is zal het object wel scherp waar worden genomen. Hoe hoger de refractiefout van het oog hoe te dichterbij het object zal moeten worden gehouden om scherp te kunnen worden gezien.
Overigens mag men bijziendheid niet als een ziekte beschouwen omdat het hier gaat om een refractiefout in het optische systeem van het oog. Een voorwerp, tekst of afbeelding wordt wel scherp geprojecteerd maar voor het netvlies geplaatst. Hierdoor wordt het beeld door de lens incorrect op het netvlies geprojecteerd. Deze afwijking begint zich dikwijls vanaf een leeftijd van 8 tot 12 jaar te ontwikkelen en in de tienerjaren wordt dit geleidelijk meer naarmate de groei van het oog vordert en daarmee de ooglengte toeneemt. Het brandpunt binnen het oog zal zich dan verder voor het netvlies gaan bevinden. Als men volwassen is geworden, blijft de refractiefout vaak stabiel. De oorzaak van bijziendheid lijkt in een heleboel gevallen genetisch te zijn. Verder speelt etnische afkomst een rol.