Men spreekt over een littekenbreuk als er in de buikwand een onderbreking ontstaat. Nadat men een operatie heeft gehad wordt de huid gehecht. Op de plaats waar men geholpen is ontstaat een litteken. Door verschillende oorzaken kan in, of voor het zichtbare oog net onder het litteken een breuk ontstaan. Een arts beoordeelt of het inderdaad een littekenbreuk betreft.
Meestal kan hij dit alleen al door te kijken vaststellen, als men staat ziet men bij een littekenbreuk een onderbreking in de vorm van de buik, vaak is dit in de vorm van een bult. Als het een grote breuk betreft zal de arts aanvullend onderzoek doen om te kijken hoe de breuk het beste hersteld kan worden. Het vaakst ontstaat een littekenbreuk als een wond niet gehecht kon worden en uit zichzelf moest dichtgroeien. Een littekenbreuk is geen fout maar een gevolg dat soms optreedt na een operatie.
Een littekenbreuk kan ontstaan als er tijdens de genezing van de wond iets mis is gegaan. Dit kan zoiets simpels zijn als een onderhuidse bloeduitstorting maar ook een ontsteking kan een goede genezing in de weg hebben gestaan. Een ontsteking ontstaat sneller als de conditie van de patiënt op het moment van de operatie niet goed was. Soms moet men medicijnen slikken die een snelle en goede wondgenezing bevorderen. Een littekenbreuk kan dus om verschillende redenen ontstaan. Aan een kleine littekenbreuk hoeft men in de meeste gevallen niets te doen, bij een grote littekenbreuk is een operatie meestal niet te vermijden.