Een baby is in de baarmoeder in zo’’n negen maanden tijd uitgegroeid van een bevruchte eicel tot een volledig minimensje, het betreft hier een gigantische ontwikkeling. Maar de baby is uiteraard nog lang niet klaar, na diens geboorte gaat de ontwikkeling dan ook gewoon verder. Een goed voorbeeld hiervan is de ontwikkeling die de hersenen van een baby doormaken. Bij de geboorte bevatten deze uiteraard al wel alle benodigde neuronen voor de rest van het leven maar de verbindingen moeten voor een belangrijk deel nog aan worden gelegd. Dit gebeurt dan ook op de momenten dat een baby en een kind bezig zijn met leren en het opdoen van allerlei verschillende nuttige en minder nuttige ervaringen. De erfelijkheid speelt niet alleen een rol bij de ontwikkeling van de hersenen, maar eveneens is de omgeving hierbij van groot belang..
Het gewicht en de groei, grove en fijne motoriek, het slaapritme en de emotionele ontwikkeling, dit alles zal in sneltreinvaart veranderen in het eerste levensjaar en de jaren erna.
De ontwikkeling van een baby lijkt dan ook in zogenaamde groeisprongen te verlopen: een poosje lijkt een baby moeilijker dan op andere momenten. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een baby meer huilt dan anders, zich eenkennig of dwars gedraagt. Dit hangt een beetje af van de aard en de leeftijd van het kind. Van de ene op de andere dag kan men het moeilijke gedrag dat opeens verdwenen is verklaren want dan kan het kind iets doen wat daarvoor nog niet mogelijk was.