Hartfalen is een chronische aandoening. Dit wil zeggen dat er geen volledige genezing meer mogelijk is en men dus voor de rest van zijn of haar leven hier last van zal blijven houden. De vooruitzichten op de langere termijn zijn in de meeste gevallen tamelijk ongunstig.
Wanneer de oorzaak van het hartfalen niet kan worden behandeld (bijvoorbeeld door het vervangen van een hartklep) dan is de levensverwachting statistisch gezien slechts een beperkt aantal jaren. Een dergelijke levensverwachting is zelfs slechter dan bij de meeste vormen van kanker..
De behandeling met medicatie kan tot een vermindering van klachten leiden en de progressie van de ziekte kunnen vertragen. De patiënt kan echter nooit meer helemaal genezen worden. Op het moment dat er bij iemand hartfalen is vastgesteld dan wordt er naast een behandeling met medicijnen aangeraden om zo gezond mogelijk te leven door onder andere te gaan stoppen met roken.
De patiënt kan in sommige gevallen komen te overlijden door een verslechtering van het hartfalen die geleidelijk zal optreden tot op een punt dat deze onbehandelbaar is geworden. Maar het is eveneens mogelijk dat iemand die lijdt aan hartfalen plotseling door een fatale ritmestoornis zal komen te overlijden.
In sommige gevallen kan men echter de onderliggende oorzaken van het hartfalen behandelen waardoor de levensverwachting van de patiënt aanzienlijk kan worden verbeterd. Men kan hierbij denken aan een hartkleptransplantatie of zelfs door de transplantatie van een donorhart waardoor de conditie van de patiënt aanzienlijk kan verbeteren. Garanties kunnen hierbij echter niet worden gegeven.