de klassieke haard (in de betekenis van stookplaats). Had vroeger de haard als voornaamste taak de verwarming van het huis of de kamer, de moderne open haard gebruikt men daarentegen voornamelijk om er sfeer en gezellig mee te kunnen creëren.
Het rendement van een open haard bedraagt maar 10 tot 15 procent en gaat het grootste deel van de warmte verloren. Het leeuwendeel van de warmte verdwijnt gewoon naar buiten via de schoorsteen. Bij een open haard, in vergelijking tot een kachel, wordt veel lucht gebruikt en is de temperatuur van het vuur relatief laag waardoor er een onzuivere verbranding zal plaatsvinden.
Als men de verwarming van een open haard zou willen verbeteren dan kan dat door gebruik te maken van een haardplaat. Dit is een plaat gemaakt van metaal die achter of onder de open haard wordt geplaatst. Een dergelijke haardplaat absorbeert de warmte om die daarna weer af te geven. Het gevolg is dat er een zachte en aangename warmte zal ontstaan. Als de haardplaat dikker is zal tevens de werking hiervan toe gaan nemen. Het gebruik van een haardplaat kan het rendement van een open haard tot zo’n 50 procent laten oplopen. Er gaat veel minder warme op die manier verloren.
Vaak wordt een open haard gebruikt samen met een centrale verwarming om een ruimte te kunnen verwarmen. Alleen maar een open haard komt vrijwel niet meer voor, deze dient enkel maar als aanvulling tegenwoordig.