Voordat het badpak uit was gevonden, droegen vrouwen die wilden zwemmen losse, brede hemden met het baden, deze kledingsstukken reikten tot op de enkels. Het badhemd veranderde vanaf de negentiende eeuw steeds weer. Het waren met name lange badpakken en -hemden. Het was in die tijd mode om niet bruin te worden door de zon dit omdat men dan zou gaan lijken op een landarbeider. De pakken waren daarnaast tamelijk warm doordat deze van wol waren gemaakt. Ze waren bovendien niet zo geschikt om mee te gaan zwemmen. De kleuren waren ook in de meeste gevallen hetzelfde: zwart, naluw of rood.
Het eerste badpak was een combinatie van meerdere delen. Aan het einde van de negentiende eeuw werd een badpak ontworpen dat slechts uit één deel bestond. Het was een soort kostuum dat beschikte over een broek tot over de knieën en een kraag. Dergelijke badpakken werden zowel door mannen als door vrouwen gedragen. Op het moment dat men wilde zwemmen, dan kon men de kraag en de mouwen van het badpak afhalen.
Na enige tijd werden de badpakken korter. Doordat een vrouw met een kort badpak een voorname zwemwedstrijd won, is het korte badpak een rage geworden. De mouwen werden omgevormd tot schouderbanden en er werden steeds meer draadjes en versierselen aangehangen. Een wollen badpak is erg zwaar is en men zocht daarom naar nieuwe materialen. Tricot bleek geschikter want het was aanzienlijk lichter. Het badpak werd in de loop der tijd alsmaar korter tot de modellen van tegenwoordig.