De hoeveelheid energie die een televisie nodig heeft is afhankelijk van het type scherm dat is gebruikt en de grootte van dit scherm maar eveneens van het contrast en de helderheid van het scherm spelen hierbij een belangrijke rol. Plasmatelevisies verbruiken in verhouding de meeste energie terwijl ledtelevisies juist de minste energie nodig hebben.
Wanneer men bijvoorbeeld een grote plasmatelevisie heeft met een vermogen van 330 watt, en het verbruik in stand-by van 3 kWh op jaarbasis. Als de televisie dan elke dag drie en een half uur aan staat dan verbruikt dit toestel jaarlijks circa 420 kWh. Een LCD-televisie met een beelddiagonaal van 81 cm bezit een gemiddeld vermogen van 125 watt en gebruik in de stand-bystand 3 kWh per jaar. Om het zogenaamde sluipverbruik te kunnen voorkomen, kan men de televisie met de uitknop helemaal uitzetten, in plaats van stand-by te laten staan.
Het verbruik van een televisie hangt af van de toegepaste techniek. De grootte van het beeldscherm speelt daarbij eveneens een rol. Op het moment dat men een televisietoestel elke dag vier uur aan heeft staan kan men stellen dat een televisie met een oude beeldbuis het meest zuinig met energie omspringt. Het minst zuinige toestel is de plasmatelevisie. Het verbruik van een LCD-televisie is net iets hoger dan dat van een conventionele telvisie. Het energieverbruik loopt hiermee vrijwel gelijk aan het vermogen van een desbetreffend toestel. Is dit dus hoger dan is de televisie ook minder zuinig als het om het verbruik van energie gaat.