Boedapest kent, in tegenstelling tot een groot deel van Hongarije, een overgangsklimaat tussen het landklimaat vanuit het oosten en het zeeklimaat vanuit het westen. Men heeft er dan ook te maken met koude winters waarbij er sprake is van nachtvorst en maximum temperaturen overdag die rond het vriespunt blijven hangen. In de maand januari is het in Boedapest het koudste en is de gemiddelde temperatuur één graad onder nul. Er valt in Boedapest in de winter dan ook regelmatig sneeuw.
Tijdens de zomer wordt dit barre weer ruimschoots goedgemaakt doordat dan de temperatuur zonder moeite op weet te lopen tot zo’n 20 tot 27 graden Celsius. De warmste maand van het jaar in Boedapest is augustus. Gemiddeld heeft men in Boedapest met zo’n twee duizend zonuren te maken. Hoewel het maar weinig regent in Boedapest heeft men in Boedapest wel met enige regelmaat te maken met onweersbuiten.
Op het moment dat men een citytrip in Boedapest wil boeken kan men dit het beste in de maanden april-mei of september-oktober doen. Tijdens deze periodes zijn namelijk de temperaturen het meest aangenaam en de kans op neerslag het kleinst. Houdt men echter van zon en warmte dan is een trip in het hoogseizoen aan te raden. Boedapest doet qua lekker zomer weer zeer zeker niet onder voor locaties in Spanje, Italië of een ander mediterraan land. Het doel van de citytrip is dan ook in een groot deel van de gevallen erg bepalend voor de keuze van meest ideale reisperiode naar Boedapest.