De botten van een mens worden tot ongeveer de leeftijd van dertig jaar is bereikt voortdurend afgebroken en weer opgebouwd. Ongeveer drie maal in zijn leven wordt een mens van totaal nieuwe botten voorzien. Na je dertigste gaat het afbreken sneller dan het opbouwen en wordt de botmassa kleiner. Vaak ziet men hier al de eerste beginselen van botontkalking bij mensen die aanleg hebben voor osteoporose, botontkalking.
Bij botontkalking verliest het bot steeds meer mineralen en kalk en verliest daarmee ook aan stevigheid en structuur. De botten worden zwakker, poreuzer en kunnen gemakkelijker breken. Botontkalking wordt vaak op een latere leeftijd ontdekt, hoewel ook jongere mensen dit kunnen ontwikkelen. Als vrouwen in de menopauze komen verloopt het ontkalkingproces van de botten sneller. De helft van de vrouwen boven de 75 jaar heeft al eens iets gebroken. Vaak is een botbreuk bij ouderen het moment dat botontkalking ontdekt wordt.
Niet iedereen die ouder wordt hoeft botontkalking te krijgen. Er bestaan mogelijkheden om botontkalking te voorkomen. Mensen die al botontkalking hebben kunnen hiervoor behandeld worden. Botontkalking is geen typisch ouderdomsverschijnsel, het is een aandoening die mensen vaker op oudere dan op jongere leeftijd treft. Veel ouderen gaan niet naar de dokter voor het te laat is omdat ze denken dat het bij ouder worden hoort. Neem contact op met de huisarts bij een vermoeden van botontkalking. Genezen van een gebroken bot duurt bij ouderen wel langer en soms leiden breuken tot erger en bent u letterlijk en figuurlijk verder van huis.