Een blaar is een holte in of onder de opperhuid waarin vocht zit. Blaren kunnen worden onderscheiden van vesikels doordat de blaren groter zijn (meer dan één centimeter). Dit onderscheid kan helpen bij de herkenning van bepaalde ziektes. Een oorzaak van blaren die veel voorkomend is door extreme verhitting danwel door afkoeling van de huid of door aanhoudende druk of wrijving op de huid. In het eerst genoemde geval is er sprake van een brandblaar, in het tweede geval gewoon van een blaar, of in een aantal gevallen ook wel van een drukblaar. Verder er zijn ook tal van aandoeningen aan de huid waarbij blaren voor kunnen komen.
Een brandblaar ontstaat door contact van de huid met een heet gas, een hete vloeistof of andere heet materiaal. Extreme kou zoals bij de aanraking van vloeibare stikstof heeft een gelijk effect op de huid. Sterk bijtende chemicaliën kunnen eveneens brandblaren veroorzaken indien deze in aanraking komen met de huid.
Een blaar is een verbranding van de tweede graad. Tussen de opperhuid en de lederhuid wordt hierbij vocht gevormd. Deze blaarvorming is in de regel erg pijnlijk. Indien er grote delen verbrand zijn is de pijn vaak extreem hoog.
Het is belangrijk dat, ondanks dat er een deel van de huid vernietigd is er toch nog delen van de opperhuid intact zijn gebleven. Na loslating van de wondkorstjes kan er dan uit zichzelf nieuwe huid over de wond groeien. De duur van de genezing is afhankelijk van de diepte van de brandwond.