Als andere mogelijkheden niet afdoende zijn zal de arts een blaasverzakking operatie adviseren. Een gynaecologisch onderzoek zal uitwijzen welke operatie het beste is. Een operatie is geen garantie dat de blaasverzakking nooit meer terug zal komen. Na de operatie volgt een herstelperiode die minstens zes weken zal duren. Het doel van de operatie is het verdwijnen of verminderen van de klachten.
Als er sprake is van een verzakking van de voorkant van de schede zal de gynaecoloog kiezen voor een blaasverzakkingsplastiek. De voorwand wordt terug op zijn plaats gebracht, in het midden wordt de schedewand los gemaakt van de blaas en urinebuis, het bindweefsel wordt verkort rond de blaas en in het midden weer aan elkaar gezet. De blaas rust op het verkorte bindweefsel en de blaasverzakking is verdwenen. De laag die de schedewand bekleed wordt ingekort en de wand van de schede wordt over het bindweefsel en de blaas gehecht. De voorwand zit weer op zijn plaats, de uitstulping is verdwenen en de overgang tussen de blaas en urineleider is verstevigd. De operatie wordt via de schede uitgevoerd.
Soms zijn er complicaties na een operatie. Bij een blaasverzakking kan dat een blaasontsteking zijn of niet kunnen plassen. In het ziekenhuis wordt de urine gecontroleerd, indien nodig wordt direct met een antibioticakuur gestart. De problemen met plassen is het gevolg van de plaatsverandering van de urinebuis of de vernauwing, dit is meestal een tijdelijk probleem, indien nodig krijgt u een katheter. Een blaasverzakkingsoperatie verloopt bijna altijd zonder problemen of complicaties.