De rookdetector die in de volksmond meestal rookmelder of brandmelder wordt genoemd waarschuwt je met een hard snerpend signaal als de sensor geblokkeerd wordt door rook. Door het plaatsen van rookmelders word je door het doordingende lawaai tijdig wakker gemaakt om het huis te verlaten of eventueel met blusactiviteiten te beginnen. Het is belangrijk dat de rookmelders op de goede plaatsen gehangen worden. Het is de bedoeling dat de rookdetector op plaatsen wordt gehangen waar rook snel wordt opgemerkt en het alarm snel gehoord wordt.
Rookdetectors moeten altijd hoog opgehangen worden, liefst aan het plafond met enige afstand van de muren. Hang de rookdetector in de gang of hal en op de overloop. Alle deuren in huis komen hier op uit waardoor de detectie sneller gaat. Hang de rookdetector nooit naast het kanaal van de ventilatie als je een ventilatiesysteem hebt, dit heeft een directe negatieve invloed op de werking van de rookdetector. De meeste rookmelders geven een signaal als de batterijen leeg zijn, vervang deze zo snel mogelijk .
Ook rookmelders hebben onderhoud nodig. Er kan aanslag ontstaan op de sensoren door koken, roken of bijvoorbeeld het branden van kaarsen. Als de sensoren te dicht zitten kan de rookdetector zijn werk niet meer doen omdat het beeld vertroebeld is, hetzelfde geldt voor stof en spinnenrag. Houd de detector goed schoon voor je eigen veiligheid en die van anderen in je huis. Reinigen mag je overigens alleen maar aan de buitenkant van de rookdetector. Het belang van de rookdetector is in Belgiƫ al geruime tijd onderkend, daar zijn de detectoren verplicht gesteld. In Nederland is dit nog altijd niet het geval en is de plaatsing van de waardevolle bewakers nog altijd optioneel. Wel wordt men regelmatig door tv-spotjes en advertenties er op gewezen hoe belangrijk rookdetectors in huis zijn.