Circa tien procent van de totale bevolking heeft een zogenaamde zonneallergie. Deze aandoening wordt ook wel chronische polymorfe lichtdermatose genoemd. Het gaat hierbij dus om een aandoening die sterk verspreidt is en tevens nog toeneemt. Door een aantal voorzorgsmaatregelen te treffen kan men voorkomen dat deze allergie erger wordt
Lichtdermatose komt met name voor bij vrouwen (zo’n negen vrouwen op slechts één man) in de leeftijd tussen de 15 en de 35 jaar. De allergie kan optreden vanaf de eerste maal dat men zich voor een lange tijd en intens heeft blootstelt aan de zon, maar het is eveneens mogelijk dat dit pas na diverse keren zal gebeuren. Vaak verschijnen er dan na de tweede of derde dag van een zonvakantie kleine puistjes in de halsopening die samen gaan met jeuk. Deze puistjes zullen zich vaak verder verspreiden tot op de schouders, de bovenarmen, de onderamen en in een aantal gevallen zelfs de benen.
De kleine puistjes blijven zo’n 5 tot 6 dagen op de huid aanwezig. Daarna verdwijnen ze echter weer vanzelf. De voorwaarde is dan echter wel dat men dan voor de rest van de tijd in de schaduw is gebleven. Blijft men gewoon in de zon vertoeven dan zullen de kleine puitjes ten gevolge van de lichtallergie eveneens blijven zitten.
Het grote probleem met lichtdermatose is dat men na zo’n eerste allergische reactie elke keer dat men gaat zonnen opnieuw het risico loopt om weer kleine puistjes te ontwikkelen. Bovendien wordt de allergie meestal iedere keer heviger.