Veel tieners krijgen rond hun dertiende last van jeugdpuistjes. Sommigen hebben de jeugdpuistjes slechts op het gezicht, bij anderen verspreiden de puistjes zich naar de hals, schouders rug- en borst van de jongere. Jeugdpuistjes zijn verstopte talgkliertjes, in de meeste gevallen is de huid om het puistje ontstoken. Het is niet helemaal duidelijk waarom sommige jongeren veel puistjes krijgen en anderen niet. Waarschijnlijk ontstaan de jeugdpuistjes door hormoonveranderingen en een verhoging van de talgproductie. De bacteriën in de talgklieren zijn verantwoordelijk voor de ontstoken huid waarin jeugdpuistjes ontstaan.
Gevoeligheid voor jeugdpuistjes kan deels erfelijk bepaald zijn ook kan bijvoorbeeld make-up de jeugdpuistjes veroorzaken. Jeugdpuistjes kunnen niet van de ene op de andere persoon overgedragen worden. Wel kunnen de jeugdpuistjes die je uitknijpt bij jezelf verspreiden omdat de ontstekingen verder kunnen gaan. Je kunt jeugdpuistjes gedeeltelijk voorkomen door voorzichtig met je huid om te gaan. Voorkom het gebruik van middelen die de huid irriteren, het beste kun je enkel met lauw water de huid reinigen. Wrijf niet over je huid maar dep deze droog. Er zijn veel verschillende middelen te koop die helpen jeugdpuistjes te verminderen. Heb je erg veel last dan kan een antibioticazalf helpen, hiervoor moet je wel naar de huisarts. Meisjes kunnen een anticonceptiepil gebruiken die de talgproductie terugdringt. Knijp jeugdpuistjes nooit met de vingers uit maar met speciaal daarvoor ontworpen lepeltjes zodat de huid niet verder kan ontsteken. Na het uitdrukken met het lepeltje goed reinigen. Het jeugdpuistjestijdperk gaat meestal rond het achttiende jaar vanzelf voorbij.