Bij het optreden van een te lage bloeddruk is er sprake van een niet toereikende toevoer van bloed naar de verschillende organen in het lichaam. De hersenen zullen hier het meest van te lijden hebben omdat die de grootste hoeveelheden bloed nodig hebben. Dit tekort aan bloed kan leiden tot het gedeeltelijk stopzetten van de bewuste hersenactiviteiten wat zich zal uiten door een licht gevoel in het hoofd, flauwvallen of het verlies van het bewustzijn.
Een acute lage bloeddruk veroorzaakt veel ernstiger verschijnselen (een dergelijk toestand wordt ook wel een shock genoemd) dan het hebben van een chronische lage bloeddruk. Wanneer er sprake is van een geleidelijk ontstaan van lage bloeddruk dan hebben mensen in sommige gevallen in het geheel geen verschijnselen of klachten. Mensen met een lage bloeddruk kunnen bijvoorbeeld al eens eerder last hebben gehad van flauwvallen of zij kunnen last hebben gehad van een vaag licht gevoel in het hoofd. Ze verbinden deze symptomen dan niet direct met het hebben van een te lage bloeddruk.
Enkele andere klachten die kunnen wijzen op het hebben van een te lage bloeddruk zijn: vermoeid en lusteloos zijn, het hebben van een algemeen gevoel van zwakte, niet scherp meer kunnen zien en een gevoel van misselijkheid.
Deze klachten zijn in de meeste gevallen van tijdelijke aard en verdwijnen weer op het moment dat de bloeddruk weer stijgt nadat men de oorzaak heeft aangepakt. In het grootste deel van de gevallen, mits geen shocktoestand, is een te lage bloeddruk dan ook ongevaarlijk.