De vochtmeter werd al rond 1400 ontworpen door Leonardo Da Vinci. Ook toen al werd de luchtvochtigheid gemeten. Daarvoor gebruikte men een apparaatje met gespannen haren van mensen en dieren. Als het erg vochtig was rekte het haar uit en bij droogte trok het samen. De trekkracht van de haar wordt door middel van een veertje omgezet . Een wijzertje geeft de luchtvochtigheid aan.
We hebben allemaal in huis wel eens last van vocht. Denk maar aan de condens op de ramen als je in de badkamer bent of tijdens het koken in de keuken. Teveel vocht in huis is slecht. Met de vochtmeter, ook wel hygrometer genoemd, wordt de vochtigheid gemeten. Er zijn verschillende soorten vochtmeters. De hygrometer meet alleen de luchtvochtigheid, maar er zijn ook hygrometers met een stekker die je in het te meten materiaal steekt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de vochtigheid van hout. Het hout van de mooie antieke kast kan door de vochtigheid krom trekken of splijten.
Een vochtige muur zal gauw schimmelplekken geven. Door vochtmeters te gebruiken kun je bepalen wat het vochtgehalte is van bouwmaterialen, brandhout voor de openhaard, en de hoeveelheid vocht in de vloer, wanden en plafond. Dit is belangrijk omdat bijvoorbeeld bij een vochtige muur geen behang geplakt kan worden. Bij bepaalde werkzaamheden moet je vooraf meten hoe het met het vochtgehalte staat, wat de oorzaak is van het hoge vochtgehalte en hoe je hier verandering in kan brengen. In de bouw zijn vochtmeters onmisbaar. Ook voor planten is er een vochtmeter te krijgen waarop je kunt zien of je water moet geven. Vochtmeters zijn in de landbouw van belang om de vochtigheid in de grond te bepalen. En wat dacht je van meubelopslagplaatsen, de tuinbouw en de vele kassen die een bepaalde vochtigheidsgraad moeten hebben? Vochtmeters zijn onmisbaar!