Kinkhoest is een infectieziekte die zich razendsnel zou kunnen verspreiden. Gelukkig zijn de meeste volwassenen en kinderen wel ingeënt in Nederland waardoor een “uitbraak” wel vaak redelijk binnen de perken blijft. Kinkhoest komt vaker in een mildere vorm dan in een gevaarlijke vorm voor. Mensen uit risicogroepen moeten echter wel altijd voorzichtiger zijn en naar een arts gaan als in de omgeving kinkhoest is geconstateerd.
Risicogroepen zijn jonge kinderen, zwangere vrouwen met een uitteldatum binnen zes weken en kinderen met aandoeningen aan hart, longen, zenuwstelsel of met spierziekten. Ook kinderen en volwassenen die nooit ingeënt zijn lopen een verhoogd risico om kinkhoest te krijgen met en grotere kans op ernstige gevolgen. Kinkhoest kan overgebracht worden door praten, niezen, hoesten, zingen, fluiten. Kortom door alles waardoor en waarvoor de mond gebruikt wordt. De bacteriën zitten in de keel en worden met kleine speekseldeeltjes door de lucht verspreid waar ze weer ingeademd worden door mensen in dezelfde ruimte.
Na vaccinatie ben je ongeveer tot vijf jaar immuun voor kinkhoest, vanaf vijf jaar kun je kinkhoest krijgen in een lichtere vorm. Voor baby’s en jonge kinderen kan kinkhoest levensgevaarlijk zijn, de vaccinaties hebben dus wel degelijk zin. Bij deze groep zou men kunnen stellen dat geen vaccinatie de oorzaak is van kinkhoest. Het risico dat deze kinderen lopen is groot vooral als ze vaker in een groep (kinderdagverblijf, school) aanwezig zijn omdat kinkhoest in de beginstage niet herkend wordt als zodanig en de besmetting dus al plaatsgevonden heeft voor de diagnose.