Gordijnen worden bovenal gebruikt om het binnenshuis gezellig te maken. Er zijn ook gordijnen die worden opgehangen voor de sfeer. Ze zijn niet bedoeld om te sluiten. Naast de gordijnen van stof kennen we vouwgordijnen, glasgordijnen, rolgordijnen en douche gordijnen. Die laatste is meestal van plastic gemaakt. De meeste gordijnen bestaan uit stof. Afhankelijk van ieders smaak kunnen dit de meest uiteenlopende stoffen zijn. Zwaar, dik, dun, licht doorlatend, lichtwerend. Ze kunnen effen zijn, gebloemd, met strepen, bijzondere patronen. Er is zoveel keuze op dit gebied! Afhankelijk van de stijl van de woning en je smaak zul je gordijnen moeten kiezen.
Gordijnen worden opgehangen aan gordijnroede met gordijnhaken. Een andere mogelijkheid is het bevestigen van houten ringen aan het gordijn, die over een houten ronde paal worden geschoven, vaak voorzien van mooi bewerkte uiteinden. Wat betreft de ophanging van de gordijnen zijn er veel meer mogelijkheden. Ook hier speelt de eigen smaak een rol. Tegenwoordig is het ook mogelijk de gordijnen vanuit de stoel te sluiten met een afstandsbediening. Bij gordijnen die licht van kleur zijn en gauw vies worden is het aan te bevelen een transparante glazen of plastic stok te bevestigen aan de gordijnen, waarmee je ze dichttrekt.
Het woord gordijn komt uit het Nederduits en het Nederlands. Vroeger werd het woord gordijn gebruikt voor het bedgordijn. In die tijd sliep men nog in een bedstede. Tegenwoordig heeft een gordijn een ander doel. ’s Avonds wordt het gordijn het meest gebruikt om te voorkomen dat iemand naar binnen kijkt. Een gordijn kan gebruikt worden om licht of zon in de ruimte te vermijden. Ze zijn goed als isolatie. Gordijnen verbeteren ook de akoestiek in een ruimte. Niet voor niets is het voor slechthorenden uitermate storend in een restaurant te eten waar planken vloeren zijn en geen gordijnen.