Het lichaam van de mens is opgebouwd uit cellen. Als er tijdens de celdeling iets fout gaat dan zorgen de genen voor herstel. Soms gaat er iets mis en treden er fouten op in een cel, de cel gaar zich ongecontroleerd delen en er ontstat een gezwel.. Er bestaan twee soorten gezwellen, goedaardige en kwaadaardige. Bij een kwaadaardig gezwel spreken we van kanker. Een goedaardig gezwel kan zich niet verspreiden, een kwaadaardig gezwel kan dat wel.
Een goedaardig gezwel hoeft niet altijd verwijdert te worden, ze groeien niet door andere weefsels heen. Soms kan een goedaardig gezwel wel de functie van de organen verstoren omdat hij tegen een orgaan of weefsel drukt, in dat geval zal de arts er voor kiezen het gezwel te verwijderen. Als een goedaardig gezwel in de darmen ontstaat zal de arts dit meestal ook verwijderen omdat de vernauwing door het gezwel de spijsvertering kan belemmeren waardoor andere aandoeningen kunnen ontstaan.
Een kwaadaardig gezwel wordt ook wel een tumor genoemd. Bij een kwaadaardig gezwel gaan de cellen zich afwijkend gedragen, bij een kwaadaardig gezwel is er altijd het risico van uitzaaiingen omdat cellen van het gezwel kunnen losraken en zich via de bloedbaan en lymfeklieren kunnen verspreiden. Ook kunnen cellen de omliggende organen en weefsels binnendringen en daar uitgroeien tot een nieuw gezwel. Een kwaadaardig gezwel hoeft niet altijd een doodvonnis te zijn vaak kan men nog behandelen door een operatie en/of bestralingen, ook een chemo kuur kan de uitspreiding stop zetten of de kanker laten verdwijnen.