In het lichaam van de mensen zitten verschillende gewrichten die ervoor zorgen dat we in verschillende richtingen kunnen bewegen. We hebben scharniergewrichten en kogelgewrichten. De scharniergewrichten zorgen voor beweging in een bepaalde richting zoals bij de knie en elleboog, het kogelgewricht zorgt dat we een ronddraaiende beweging kunnen maken zoals bij de schouder en de pols. Zonder gewrichten zouden we niet kunnen bewegen.
De uiteinden van de botten in het gewricht worden beschermd door kraakbeen, het kraakbeen heeft een schokdemperfunctie waardoor bijvoorbeeld springen niet pijn doet. Kraakbeen kan zich bijna niet herstellen en is vrij kwetsbaar. Met het ouder worden verslijt het kraakbeen waardoor het soepele in de bewegingen verdwijnt. We spreken dan van slijtage of soms ook artrose door ouderdom. Om het gewricht zit gewrichtskapsel dat de botten bij elkaar houdt. Het kapsel is bekleedt met een slijmvlieslaag waarin de aders en zenuwen lopen. De slijmvlieslaag zorgt ook voor het vocht en het soepel houden van het kraakbeen.
Het zenuwstelsel is verbonden met de spieren die het gewricht samen met de gewrichtsbanden op hun plaats houden. Door deze samenwerking binnen het gewricht en om het gewricht heen is er een stabiliteit in de beweging. Door geweld van buitenaf kunnen de banden wel beschadigd raken waardoor het gewricht instabiel wordt zoals bijvoorbeeld bij een gescheurde enkelband kan gebeuren. Als men veel blessures heeft waarbij het kraakbeen beschadigd wordt dan kan op den duur artrose ontstaan.
Artrose kan ook ontstaan na een ongeval of meerdere operaties aan bijvoorbeeld een enkel.