Circa vijftig procent van alle baby’s wordt geboren met kleine rode of roze vlekken op de huid. Dergelijke vlekken zijn dikwijls grillig en bevinden zich op het gezicht, voornamelijk op de oogleden of neus, danwel in de nek. Het zijn kleine huidaandoeningen die meestal niet schadelijk zijn en vanzelf weer weg zullen trekken. Enkele voorbeelden van geboortevlekken zijn de volgende.
De ooievaarsbeet is een vlek welke rozerood van kleur is en welke enkele dagen na de geboorte goed zichtbaar wordt. Vaak heeft een baby meerdere gelijksoortige vlekjes bij elkaar. Een groepje vlekjes kan op de bovenste oogleden, op het voorhoofd of in de haargrens op het achterhoofd verschijnen. Een ooievaarsbeet kan verder onder de huid zitten. Dan is de vlek minder goed of totaal niet te zien en wordt dan vaak door een arts ontdekt. Het kan zes maanden tot een jaar duren voordat de vlekjes weer helemaal verdwenen zijn.
Als een baby rode bobbelige vlekjes heeft die bovenop de huid lijken te liggen zijn dit zogenaamde aardbeienvlekjes. Net zoals bij een ooievaarsvlek verschijnt een aardbeienvlek enkele dagen na de geboorte. Na het verschijnen kunnen deze nog flink groeien, van een klein stipje tot een ware vlek. Aardbeienvlekken kunnen niet alleen in het gelaat en de hals voorkomen maar eveneens op andere plaatsen van het lichaam. Een deel van de vlekken verdwijnt reeds na zes maanden. Het kan voorkomen dat de vlekken pas na het vijfde levensjaar van het kind compleet verdwenen zijn of dat de vlekken helemaal niet weggaan.