In het verleden aten de Denen vrijwel alleen maar vis. Dat ligt erg voor de hand, want het land is haast helemaal met water omringd. Vandaag de dag eten de inwoners van Denemarken echter ook meer vlees. De Deense keuken is ontstaan uit een soort voorraadsysteem. De bevolking zoutte de vis en het vlees, en droogden verder brood en groenten. Op deze manier bleven deze voedingsmiddelen immers veel langer goed.
Deze oude gewoonte kan men nog goed zien in het traditionele gerecht smörrebröd. Dit is een soort sandwich, die bestaat uit een stuk roggebrood dat men op allerlei verschillende wijzen belegt. Dikwijls wordt het smörrebröd bereid door zogenaamde smörrebrödmeisjes die een speciale opleiding gehad hebben om smörrebröd te kunnen maken en te beleggen. Een van de beste locaties om eens smörrebröd te proeven is Ida Davidsen. Hier is het aanbod zo groot dat de menukaart wel een lengte heeft van twee meter.
Het nationale gerecht van Denemarken is frikadeller wat kan worden vertaald als Deense vleesballetjes. Daarnaast is haring eveneens erg geliefd. De vis wordt in de meest gevallen eerst gepekeld. Andere vissoorten worden in Denemarken, en dus ook in Kopenhagen, ook vaak gegeten nadat deze gepekeld zijn.
In de lijst met de specialiteiten mag uiteraard het bier niet worden vergeten. Bier is niet uit de Deense maatschappij weg te denken. Bij iedere gelegenheid wordt er wel een biertje gedronken. Carlsberg is het meest bekende Deense bier. De bakermat en de hoofdvestiging van de brouwerij ligt in Deense hoofdstad Kopenhagen.