Rodehond is een besmettelijke infectieziekte die wordt overgebracht door besmette druppeltjes die vrijkomen bij het hoesten, niezen en soms ook praten. Omdat een kind niet continue de handen wast brengt het de besmette druppeltjes en daarmee het virus op alle dingen die het aanraakt. Voor zwangere vrouwen kan rodehond gevaarlijk zijn voor de ongeboren baby. Ook mensen die nooit ingeënt zijn tegen rodehond kunnen het virus krijgen. De besmetting heeft meestal twee tot drie weken voor de uiting van de ziekte plaatsgevonden. Besmetting van rodehond kan tien dagen voor de verschijnselen en een week na de verschijnselen plaatsvinden.
Rodehond gaat gepaard met roze vlekjes in het gezicht, op het bovenlichaam, de armen en de benen. Enkele dagen voor de verschijnselen kan er koorts optreden, opgezette klieren achter de hals en in de nek en zowel kinderen als volwassenen kunnen zich hangerig voelen. De klieren kunnen nog weken gezwollen aanvoelen, de rode vlekjes verdwijnen na een paar dagen. Rodehond gaat vanzelf over. Men kan een pijnstiller nemen als men last krijgt van de gewrichten wat een enkele keer kan voorkomen of een koortsverlagend middel. Voorkomen kun je rodehond door je kind te laten vaccineren met de BMR vaccinatie. De BMR vaccinatie is opgenomen in het vaccinatieprogramma, de kinderen krijgen een inenting met veertien maanden en een herhaling op negenjarige leeftijd. Met de BMR vaccinatie zijn ze een levenlang beschermd tegen het rubellavirus dat rodehond veroorzaakt. Krijg je rodehond als je zwanger bent neem dan meteen contact op met de huisarts.