Rijpheid voor zindelijkheidstraining betekend dat je kind zelf aangeeft op het potje of op de wc te willen. Het heeft geen zin om een kind te dwingen, het kind kan zelfs een antipathie opbouwen tegen de zindelijkheidstraining. Je kunt het kind wel stimuleren en motiveren. Je kunt dit doen door jezelf te prijzen als je naar de wc bent geweest, het vertellen van verhaaltjes of het kind laten spelen met een kind van de eigen leeftijd dat met de zindelijkheidstraining bezig is of deze al achter zich heeft. Beloof het kind geen verrassing vooraf maar pas als het eind van de zindelijkheidstraining in zicht is. De goedbedoelde verrassing kan een enorme druk op het kind leggen.
Niet alleen het kind maar ook de ouders moeten rijp zijn om aan de zindelijkheidstraining te beginnen. De zindelijkheidstraining is een intensief karwei. Vooral in het begin moet je alert zijn op de signalen van het kind. Als het kind diep in een spel verzonken is vergeet het dat het op het potje of de wc moet. Bereid jezelf voor op veel ongelukjes en extra was. Straf het kind niet voor deze ongelukjes maar prijs het wel uitbundig als het lukt. Vraag niet om de vijf minuten of het kind nog niet moet. De meeste kinderen zijn rijp voor zindelijkheidstraining rond het tweede jaar, sommigen zijn wat vroeger, anderen later. Laat de kinderen niet te lang op het potje of de wc zitten. Rijpheid voor zindelijkheidstraining ‘s nachts komt vaak later.