Er zijn verschillende soorten luizen maar bij het woord luis denken we het eerst aan de hoofdluis.
Oorzaak hiervan is de grote overlast die we van de beestjes hebben. Jaarlijks worden miljoenen mensen over de hele wereld besmet met de hoofdluis. De besmetting gebeurt door contact, het gebruiken van een kam of borstel van iemand die besmet is, zelfs door jassen die tegen elkaar aan de kapstok hangen kan hoofdluis worden overgebracht.
Een luis valt onder de insecten, hij kan niet vliegen maar loopt over van de een naar de ander. De luis heeft zes pootjes met uiteinden die op klauwen lijken, met deze klauwen houdt hij zich vast aan het haar. Luizen komen alleen bij mensen voor, ze hebben mensenbloed nodig om te overleven. De gemiddelde leeftijd die een luis kan bereiken is een maand. Ze zitten meestal achter de oren en de haargrens in de nek. Luizen veroorzaken veel jeuk, de oorzaak van de jeuk is meestal een allergische reactie op de beet van de luis.
De luis legt eitjes in het haar, deze noemen we neten. De neten kleven vast aan de haarschacht, het lijkt een beetje op roos. Na ongeveer een week komen de eitjes uit. Uit de eitjes komen nimfen, (kleine luisjes), na een week zijn de nimfen uitgegroeid tot volwassen luizen. Ook de nimf voedt zich met mensenbloed. Door de snelle voorplanting van de beestjes is een snelle en goede behandeling nodig, niet alleen de luizen maar ook de nimfen en neetjes moeten verwijdert worden.