Een vleesboom (myoma uteri) is een goedaardige knobbel of gezwel in de spierwand van de baarmoeder. Een dergelijke toestand wordt eveneens een uterus myomatosus genoemd. Vleesbomen kunnen groeien onder invloed van het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen, dus tijdens de vruchtbare periode van de vrouw. Dikwijls geven vleesbomen overigens geen klachten, maar in sommige gevallen kan de grootte of de locatie van de zwelling voor ongewoon hevige (menstruatie)bloedingen of pijn tot gevolg hebben. In enkele gevallen kan een vleesboom in een kwaadaardige tumor veranderen hoewel dat erg zeldzaam is.
Vleesbomen kunnen verschillen in grootte en aantal. Sommige exemplaren zijn slechts te vergelijken met de grootte van een speldenknop terwijl andere juist erg groot zijn geworden. Een vleesboom is soms qua grootte te vergelijken met een meloen en is de baarmoeder daardoor ook in omvang toegenomen zoals bij een zwangerschap van ruim vijf maanden het geval zou zijn.
Twintig procent van de vrouwen vanaf 40 jaar heeft te maken met vleesbomen. Dit komt meer voor bij vrouwen met een donkere huidskleur voor. De reden waarom de ene vrouw wel en de andere juist geen vleesbomen krijgt is onduidelijk. Er is een, vermoedelijk zeldzame, aandoening welke samen gaat met myomen van baarmoeder en huid.
Afhankelijk waar de vleesboom in de spierlaag zit worden er verschillende typen onderscheiden. Zit deze vleesboom aan de buitenkant dan spreekt men van subsereus, helemaal in de wand heet intramuraal, aan de binnenzijde en onder het baarmoederslijmvlies wordt als submuceus aangeduid en in het ophangbandje van de baarmoeder heet intraligamentair.