De menstruatie is dat deel van de menstruatiecyclus waarin de verdikte baarmoederwand (endometrium), dat klaargemaakt was om een eventuele zygote op te vangen, op wordt geruimd om voor de komende ovulatie weer te kunnen worden opgebouwd. Het woord menstruatie is afgeleid van mensis, het Latijnse woord voor maand. Een menstruatie treedt gemiddeld iedere maand een keer op.
Een menstruatie uit zich in de vorm van een bloeding welke bij veel vrouwen twee tot tien dagen duurt. Op de tweede dag ervan is het bloedverlies vaak het hevigst. Gemiddeld verliest een vrouw gedurende een menstruatie circa 50 milliliter bloed. Het menstruatiebloed stolt overigens niet doordat het endometrium het enzym plasmine bevat dat een actie van de bloedplaatjes tegen zal gaan.
Gedurende een menstruatie gebruikt een vrouw maandverband (buiten het lichaam in de onderbroek), tampons of een menstruatiecup (beide in de schede ingebracht) om het bloed op te vangen. Onjuist gebruik van een tampon kan in, het toxische shock syndroom (TSS) resulteren, waarbij de vrouw in extreme gevallen zelfs kan sterven. Griepverschijnselen gedurende een menstruatie dienen om deze reden erg serieus genomen worden, hoewel de kans op TSS zeer gering is.
Een menstruatie treedt enkel op wanneer er zich geen zygote in de baarmoederwand vast heeft gezet. Een vrouw weer daardoor dat als de menstruatie begint ze niet zwanger is. Volledig betrouwbaar is zo’n conclusie overigens niet, omdat bij de innesteling van de zygote eveneens een erg geringe hoeveelheid bloed vrij kan komen dat voor het begin van een menstruatie wordt beschouwd.