Als een kind een ziekte heeft dan hoor je altijd praten over de incubatietijd. Veel mensen weten niet precies wat dat inhoudt, sommige denken dat een kind besmettelijk is als het ziek is. Heel vaak is de besmetting dan al gebeurt. De incubatietijd is de tijd die ligt tussen een besmetting en de zichtbare symptomen van een ziekte. Je ziet niets, hooguit voelt een kind zich niet lekker of is hangerig of vervelend. Een tijd later zie je de eerste tekenen. Juist in die tijd toen je nog niets zag was het lichaam van het kind aan het vechten tegen de ziekte. In dezelfde tijd heeft het kind ook anderen kunnen besmetten met bijvoorbeeld een kinderziekte.
Omdat de incubatietijd altijd minimaal een paar dagen duurt is het moeilijk om een uitbraak van bijvoorbeeld een kinderziekte of de griep te voorkomen. Als een persoon de symptomen vertoont zijn anderen uit de omgeving al besmet. Men praat over een incubatietijd bij besmettelijke aandoeningen. De meeste kinderziekten hebben een incubatietijd van een tot twee weken. Heel snel gaan griep en verkoudheid, deze besmetting is al binnen een week zichtbaar soms zelfs al een dag later. Bij sommige kinderziekten kan het vocht de tijd van besmetting verlengen zoals bijvoorbeeld bij de waterpokken. Ook bij verkoudheid en griep gaat de besmetting door als gevolg van lichaamsvocht zoals druppeltjes speeksel bij hoesten of niezen. Sommige ziekten hebben een hele lang incubatietijd zoals bijvoorbeeld AIDS, hier krijgt men soms pas na tien jaar de eerste symptomen.