Dat kinderen niet in alle gevallen even dol zijn op groente is voor de meeste ouders al snel duidelijk. Vaak wil een kind zelf een groente niet eens proeven omdat deze een bepaalde kleur heeft. In veel gevallen betreft het dan een kleur die hetzelfde is als van een groente die het kind eerder heeft gegeten maar die niet in de smaak is gevallen.
Het is zelfs mogelijk dat een kind een bepaalde groente een hele tijd uitstekend eet en na een poosje, van het ene op het andere moment, niet meer lijkt te lusten. De reden waarom een kind dan deze groente niet meer wil eten is niet altijd duidelijk. Soms heeft het echter te maken met de voorkeur van één van de ouders voor sommige groenten. Maar ook de afkeer die een ouder heeft voor een groente kan daar de oorzaak van zijn. Een kind neemt immers veel van het gedrag van zijn ouders over en dus ook van diens eetgewoontes.
Een baby die net groentehapjes mag gaan eten zal mniet direct alles mogen nuttigen. Sommige groente bevatten bijvoorbeeld te veel vezels of ijzer waardoor een te jong kind nog niet in staat is deze goed te verteren. Men zal dan gewoon een poosje moeten wachten voordat men die betreffende groente aan het kindje voor mag zetten. Bepaalde soorten bladgroente, zoals onder andere andijvie, sla en spinazie maar ook groente als witlof, spruitjes en prei bijvoorbeeld mag een kind pas eten nadat het een jaar oud is geworden.