Een kat is in de regel een erg sociaal dier dat niet snel het gezelschap van een baby op zal zoeken. Toch kan het voorkomen dat een kat in het bedje van de baby springt om daar heerlijk een dutje te gaan doen. Een dergelijke situatie moet men ten alle tijden zien te voorkomen omdat er dan haren van het dier in het bedje en zo ook in de mond van het kind terecht kunnen komen.
Bovendien kan de baby de kat, soms ongewild, vastgrijpen waardoor deze in paniek raakt en het kindje kan gaan krabben of bijten. Men kan dus een kat beter nooit alleen laten met een baby, zelfs niet voor even om snel wat te halen in een andere kamer. De baby graait immers naar alles wat beweegt en de kat zal schrikken en zich gaan verdedigen op het moment dat hij of zij wordt vastgegrepen door een grijpgraag babyknuistje.
Zodra de baby gaat kruipen of lopen is het van groot belang dat deze niet bij een eventueel aanwezige kattenbak kan komen. Niet alleen is het erg onhygiënisch maar soms zelfs ongezond wanneer een baby de uitwerpselen of de urine van de kat aanraakt of zelfs in zijn mondje stopt en binnenkrijgt.
Men dient een kind al vroeg te leren dat het een dier, dus ook een kat, niet zomaar aan mag raken. Wanneer een kat slaapt bijvoorbeeld wordt deze het liefst met rust gelaten en kan zelfs erg chagrijnig reageren als iemand hem bruut wakker maakt.