Een tweejarige peuter kan niet alleen heel schattig en lief zijn, ook kan het een vreselijk monstertje zijn waar geen land mee te bezeilen zal zijn. Men zal zeker eens te maken krijgen met de zogenaamde peuterpuberteit waarin vaak nee als antwoord van de peuter te horen zal zijn. Het kind begint op deze leeftijd duidelijk een eigen willetje te ontwikkelen en door te krijgen dat zijn gedrag een bepaalde reactie uit zal lokken.
Zo kan het voorkomen dat het naar bed brengen niet langer meer even gemakkeli9jk gaat en het dagelijkse badje opeen een waar drama is geworden. Als ouder kan men het beste proberen aan alles een vrolijke positieve draai te geven zodat het toch gebeurt zoals gepland was maar de peuter het als een spelletje gaat beschouwen en het nog leuk gaat vinden ook.
Tussen de twee en drie jaar zal een peuter steeds meer gaan praten maar ook liedjes gaan zingen en verhaaltjes gaan onthouden die verteld zijn. Herhalingen zijn eveneens nog altijd erg leuk en kunnen dikwijls niet vaak genoeg worden gedaan. Het kan dus best gebeuren dat men een week lang telkens eenzelfde verhaaltje voor moet lezen voor het slapen gaan of de peuter steeds met hetzelfde speeltje wil spelen of hetzelfde spelletje wil doen.
Een peuter van twee of drie gaat nog graag op ontdekking uit en zal daar veel van leren, mits dit in een veilige en toch uitdagende omgeving, gebeurt. Spelen in een zandbak of met water kan urenlang plezier betekenen.